Elke onderwijsprofessional weet hoe belangrijk het is dat kinderen goed leren lezen en spellen. Vanaf de kleuterklas wordt er begonnen met de leesvoorwaarden en vanaf groep 3 staat goed leesonderwijs aan alle kinderen hoog op de agenda. Voor sommige kinderen is van tevoren duidelijk dat extra aandacht nodig is bij het leesonderwijs. Een groep kinderen voor wie dat ook geldt is de groep kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Elise de Bree (onderzoeker KlankKr8 en hoogleraar Orthopedagogiek van onderwijsleerproblemen aan de Universiteit van Amsterdam) vertelt jullie er graag meer over.
TOS
Een TOS houdt in dat een kind aanhoudende moeite heeft met het begrijpen en/of gebruiken van taal. Een kind met TOS kan het bijvoorbeeld moeilijk vinden om aanwijzingen of instructies te volgen en informatie in gesprekken te begrijpen. Een kind kan ook moeite hebben met het vinden van de juiste woorden om iets te vertellen en om de correcte zinnen te bouwen. TOS is voor ieder kind anders, bijvoorbeeld omdat de hoeveelheid taalgebieden waar een kind moeite mee heeft kan verschillen tussen kinderen. Ook kan de mate van problemen verschillen. Sommige kinderen hebben minder last van hun taalproblemen dan andere kinderen. Op de website Alles over TOS is veel toegankelijke informatie te vinden over TOS.
TOS en school
Kinderen met TOS kunnen naar verschillende soorten scholen gaan, naar het regulier onderwijs, zoals jullie scholen, of naar vormen van gespecialiseerd onderwijs (cluster 2-onderwijs, speciaal basisonderwijs). Dit is afhankelijk van de onderwijsbehoeften van de kinderen met TOS. Als kinderen met TOS naar het reguliere onderwijs gaan, dan kan dat met of zonder ambulante ondersteuning, ook dat is weer afhankelijk van de ondersteuningsbehoeften.
Uit onderzoek weten we allereerst dat er veel variatie is tussen kinderen met TOS in hun ontwikkeling. Dé leerling met TOS bestaat dus niet; er moet voor elk kind worden bekeken wat de sterktes en onderwijsbehoeften zijn, over de tijd heen. Daarnaast weten we dat kinderen met TOS meer moeite kunnen hebben met sociale interactie. Doordat ze meer moeite hebben met taal, kan het lastiger zijn om mee te doen aan gesprekken en om aansluiting te vinden met klasgenootjes. Dit kan invloed hebben op hun zelfvertrouwen. Ook weten we dat kinderen met TOS, gemiddeld genomen, meer moeite hebben met schoolse vaardigheden zoals rekenen, lezen en spellen. Ons onderwijs is erg talig, wat het voor kinderen met TOS moeilijker kan maken om te leren. Op de website Alles over TOS staan literatuurtips over TOS. Het boek Taalontwikkelingsstoornissen in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs, van Bernadette Sanders, bevat veel nuttige tips over wat er op school en in de klas gedaan kan worden om kinderen met TOS optimaal te kunnen ondersteunen.
TOS en lezen
Kunnen lezen heeft te maken met het verbinden van de mondelinge taal aan het schrift. Tekstbegrip is voor kinderen met TOS vaak een moeilijkere vaardigheid. Om dat goed te kunnen is het belangrijk om veel taal tot je beschikking te hebben, zoals het kunnen begrijpen van complexe zinnen, veel woorden kennen, relaties tussen woorden en zinnen maken en informatie uit de tekst koppelen aan eigen (wereld)kennis. Daarnaast is het nodig om het technisch lezen onder de knie te hebben. Dat betekent dat de letter-klank-koppelingen gemaakt moeten kunnen worden en dat woorden kunnen worden verklankt en/of kunnen worden herkend.
Uit onderzoek is bekend dat de groep kinderen met TOS gemiddeld genomen een lagere technische leesvaardigheid heeft dan een groep kinderen zonder TOS. Dat wil zeggen dat ze lagere uitkomsten hebben op woordleestaken. Binnen de groep kinderen met TOS heeft een deel van de kinderen veel moeite met woordlezen. De percentages van kinderen met TOS met woordleesproblemen die in de literatuur worden genoemd zijn tussen de 30 en 70%. Voor zover bekend verschilt dat patroon niet voor eentalige en meertalige kinderen met TOS, zie bijvoorbeeld dit artikel (Engels). Het is volgens ons niet bekend of het percentage kinderen met TOS en woordleesproblemen in het reguliere onderwijs verschilt met het percentage in het speciaal (basis)onderwijs. Mogelijk is het percentage lager in het reguliere onderwijs, omdat kinderen met TOS die naar het reguliere onderwijs gaan over het algemeen minder last hebben van hun TOS.
TOS en letterkennis
In het onderzoek waar jullie school aan meedoet staat letterkennis centraal. Letterkennis is een belangrijk bouwblok voor leren verklanken en woord voordherkenning. Voor kinderen met TOS is extra ondersteuning bij het leren van de letters aan te raden. Zij hebben vaak meer herhaling en oefening nodig. Sommige kinderen met TOS leren de letters in wat kleinere stapjes. Mogelijk biedt Klankkr8 (en andere programma’s, zoals Bouw!) de gelegenheid om extra te oefenen. We hopen in ieder geval met behulp van de data te kunnen zien of de taalvaardigheid in de kleuterklas (woordenschat en fonologisch bewustzijn) van invloed is op de leesvaardigheid in groep 3.