Hoe effectief is het Nederlandse cultuureducatiebeleid geweest in de afgelopen tien jaar? Oberon en SEO Economisch Onderzoek hebben dit uitgebreid onderzocht in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Wat is cultuureducatie?
Danslessen, gitaar leren spelen of een klassenuitje naar een toneelstuk: cultuureducatie biedt niet alleen een leuke afwisseling voor de lessen rekenen en taal, maar draagt ook bij aan talentontwikkeling, samenwerking, reflectievermogen en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. Niet ieder kind komt vanzelfsprekend in aanraking met kunst en cultuur. Daarom heeft het ministerie van OCW de afgelopen jaren verschillende middelen ingezet om cultuureducatie te versterken.
Het onderzoek
Om in de toekomt een nieuwe koers uit te kunnen zetten, was er bij het ministerie behoefte aan een evaluatie van het landelijke beleid van de afgelopen tien jaar (2013-2022). Oberon en SEO Economisch Onderzoek hebben deze evaluatie uitgevoerd, gericht op het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. De bevindingen zijn gepubliceerd in het rapport.
Belangrijkste bevindingen
Uit de evaluatie blijkt dat er vooruitgang is geboekt op verschillende terreinen:
- Cultuurdeelname: Meer leerlingen nemen deel aan culturele activiteiten.
- Professionalisering: Docenten hebben meer mogelijkheden voor professionele ontwikkeling in cultuureducatie.
- Muziekonderwijs: Er is meer aandacht voor muziekonderwijs binnen de pabo-opleidingen.
- Doorlopende leerlijnen: Er zijn stappen gezet in de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen voor cultuureducatie.
Tegelijkertijd is er ook een complexe beleidsmix ontstaan met veel verschillende beleidsmaatregelen, waarvan sommige specifiek gericht zijn op bepaalde kunstdisciplines. Dit heeft geleid tot een breder en complexer pakket aan maatregelen met beperkte onderlinge samenhang.
In het programma Cultuureducatie met Kwaliteit, de zogeheten CmK-regeling, werken scholen en culturele instellingen in het hele land samen om kunst en cultuur een vast onderdeel van het lesprogramma te maken. De verbreding van de CmK-regeling van het primair onderwijs naar het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs wordt volgens betrokkenen als logisch en wenselijk gezien en had wat hen betreft al van begin af aan integraal opgepakt mogen worden. Maar de regelingen voor specifieke disciplines als dans-, muziek- en filmeducatie worden als contraproductief ervaren vanwege de concurrerende werking. Scholen moeten met hun beperkte ruimte en middelen vaak kiezen tussen verschillende maatregelen, wat een samenhangend integraal aanbod belemmert.
Andere verstorende aspecten van de beleidsmaatregelen zijn de tijdelijkheid van de middelen en de onderlinge verschillen in looptijd. De administratie voor het aanvragen en verantwoorden daarvan belast partijen en maakt het ingewikkeld om een stabiele financiële basis voor cultuureducatie te realiseren.
Beperkingen van het onderzoek
Het onderzoek kon geen directe causale relatie aantonen tussen het landelijke cultuureducatiebeleid en de ontwikkelingen in het cultuuronderwijs. De beschikbare evaluaties zijn voornamelijk gebaseerd op percepties en meningen, zonder nulmetingen of voldoende harde cijfers om de doelmatigheid van de maatregelen vast te stellen. Het is ook moeilijk te bepalen of de financiële investeringen in verhouding staan tot behaalde resultaten.
Aanbevelingen voor de toekomst
Om het Nederlandse cultuureducatiebeleid te verbeteren, worden de volgende aanbevelingen gedaan:
Op stelselniveau:
- Verken alternatieve scenario’s voor de toekomst
- Ontwikkel een integrale visie op cultuureducatie
- Pas meer sturing toe
Op beleidsniveau:
- Stroomlijn de beleidsmaatregelen
- Verminder administratieve procedures
Op uitvoeringsniveau:
- Heb meer oog voor de uitvoering
- Positioneer kunstvakdocenten steviger
- Vergroot het cultureel bewustzijn van leraren via initiële lerarenopleidingen
Bekijk het volledige rapport hieronder voor een uitgebreide analyse en een compleet overzicht van de resultaten en aanbevelingen:
Pagina afbeelding van Freepik