Naar schatting 60.000 leerlingen in Nederland gaan naar school met een taxi of busje (Monitor leerlingenvervoer, meting 2022. Oberon, 2022). Soms solo, maar het overgrote deel in een busje met meer leerlingen die achtereenvolgens worden opgehaald en afgezet. De meeste van deze 60.000 leerlingen zijn kwetsbare leerlingen, kinderen met een handicap of beperking, waardoor ze niet goed zelfstandig kunnen reizen of ver weg van de woonplaats naar speciaal onderwijs gaan. Al eerder waren er signalen dat ouders ontevreden zijn over onder meer de reistijd, die voor veel leerlingen lang is. In opdracht van de VNG deed Oberon eind 2022 onderzoek naar ervaringen van ouders met leerlingenvervoer.
Het doel van het onderzoek is een zo representatief mogelijk landelijk beeld geven van de ervaringen van ouders van wie de kinderen gebruik maken van leerlingenvervoer per taxi of busje (aangepast vervoer). De focus lag op de reistijd en de ervaren kwaliteit van het georganiseerd bus- en taxivervoer van leerlingen. Er is via gemeenten een vragenlijst verspreid onder ouders. In totaal 3475 ouders uit 70 gemeenten hebben hun ervaringen gedeeld. Een terugkerend beeld in het onderzoek is dat grofweg tweederde van de ouders redelijk tevreden is en een op 5 à 10 is ontevreden, dit geldt voor elk aspect van het vervoer, zoals het op tijd komen, een vaste chauffeur, de communicatie met chauffeurs, de veiligheid in de bus en stress bij de leerling. Het overall tevredenheidscijfer over de uitvoering van het leerlingenvervoer door gemeenten is gemiddeld een 7, maar er zijn verschillen tussen gemeenten. Dit biedt aanknopingspunten voor verbetering.
Het rapport is eind maart naar de Tweede Kamer gestuurd als bijlage bij de brief 'Samen de schouders onder passend onderwijs'.