Naar aanleiding van een wetsvoorstel dat is ingediend door de Kamerleden Bisschop, Van Meenen en Rog in verband met een doeltreffender regeling van het onderwijstoezicht, is de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) op 1 juli 2017 op een aantal punten ingrijpend gewijzigd. Nu de wijzigingen bijna 5 jaar van kracht waren, vroeg het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het voorjaar van 2022 aan Oberon om te evalueren wat de werking van de wijzigingen in de praktijk is.
Conform het verzoek van het ministerie stonden in de evaluatie de volgende doelen van de wetswijziging centraal:
- afbakenen van toezicht op de wettelijke deugdelijkheidseisen (controlerende taak) en van het bevorderen van onderwijskwaliteit (stimulerende taak);
- schoolplan als uitgangspunt bij periodieke instellingsbezoeken;
- versterken van de rechtsbescherming van scholen die als (zeer) zwak worden beoordeeld;
- herijking van de verhouding tussen de inspectie, de minister en de Staten-Generaal.
De hoofdvraag van de evaluatie luidde: hoe hebben de wijzigingen in de WOT als gevolg van de initiatiefwet Bisschop c.s. invloed gehad op de toezichtpraktijk? Deze hoofdvraag hebben we uitgewerkt in een onderzoeksvraag en deelvragen per onderwerp. Ter beantwoording van de onderzoeksvragen hebben we literatuuronderzoek en deskresearch gedaan, interviews afgenomen en toetsingssessies gehouden. De bevindingen van de verschillende activiteiten hebben we geïntegreerd en verwerkt in een evaluatierapport.
Benieuwd naar de bevindingen en conclusies? Het evaluatierapport is op 22 juli 2022 aan de Kamer gestuurd. In het najaar van 2022 volgt de beleidsreactie.