Het tekort aan bevoegde leraren is nijpend en bovendien structureel, vooral in de grote steden. Dat vraagt om nieuwe oplossingsrichtingen voor schoolorganisaties. Eén van die oplossingsrichtingen is de inzet van andere professionals dan de bevoegde leraar, voor een deel van de onderwijstijd. Dat kan in veel gevallen een positieve impact hebben en zelfs noodzakelijk zijn om het lerarentekort het hoofd te bieden, maar wel onder bepaalde randvoorwaarden.
De regeling Andere dag- en weekindeling G5
Elk van de zogenoemde G5-gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere) heeft begin 2020 een noodplan opgesteld voor de aanpak van het lerarentekort. Voor één maatregel daaruit biedt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) vanaf schooljaar 2020-2021 tot en met 2023-2024 meer ruimte middels de regeling Andere dag- en weekindeling G5. Scholen in deze steden mogen volgens de regeling voor maximaal 22 uur per maand andere professionals dan een bevoegde leraar voor de klas zetten die een deel van de onderwijstijd overnemen. De kernvakken Nederlands, rekenen/wiskunde en bewegingsonderwijs zijn hiervan uitgesloten.
Het onderzoek
In opdracht van OCW voerde Oberon samen met SEO Economisch Onderzoek de afgelopen jaren een monitor- en evaluatieonderzoek uit naar deze regeling. Door middel van jaarlijkse digitale vragenlijsten onder schoolleiders, onderwijsgevend personeel, ouders en de andere professionals en (jaarlijkse) verdiepende interviews en schoolbezoeken zijn de resultaten in kaart gebracht en gepubliceerd in het eindrapport.
In schooljaar 2023/2024 waren 61 scholen voor de regeling aangemeld, voornamelijk vanwege het lerarentekort, maar er zijn ook scholen die hebben deelgenomen om de werkdruk te verlagen of om het onderwijs anders vorm te geven vanuit de onderwijsvisie. De verscheidenheid aan manieren waarop scholen de regeling inzetten is groot. Sommige scholen vullen een ‘vijfde dag’ met lessen van andere professionals (zoals een ‘talentendag’), andere scholen verspreiden de lessen meer over de week. Ook de typen professionals, soort lessen/activiteiten, het aantal uren en de betrokken groepen verschillen.
Belangrijkste bevindingen
Over het algemeen zijn schoolleiders en onderwijsgevend personeel tevreden met de inzet van andere professionals en ervaren ze overwegend positieve gevolgen voor de continuïteit van het onderwijs en het verminderen van het personeelstekort. In het rapport worden de belangrijkste knelpunten, succesfactoren en randvoorwaarden besproken, waaronder:
- Pedagogische en didactische vaardigheden
Als de pedagogische en didactische vaardigheden van de andere professional niet op orde zijn, vormt dat een risico voor de kwaliteit van de lessen.
- Goede ondersteuning en begeleiding
Zeker gezien het belang van de pedagogische en didactische vaardigheden is een goede ondersteuning en begeleiding van de andere professional belangrijk.
- Samenwerking en afstemming
Hoe beter de samenwerking en afstemming tussen de school en de andere professionals, des te meer de professionals zich onderdeel voelen van het team. Als er geen binding is met het team, wordt dat gezien als risico. Er moet helder gecommuniceerd worden over wederzijdse verwachtingen.
- Draagvlak
Randvoorwaarde voor een succesvolle inzet lijkt ook te zijn dat er draagvlak is, zowel binnen de school, als onder leerlingen en ouders. Kennismaking met de wijze waarop een school andere professionals inzet, lijkt daarin te helpen voor ouders.
De inzet van externe professionals uit andere sectoren wordt veelal positiever ervaren dan de inzet van andere professionals met een onderwijsfunctie, zoals onderwijsassistenten of leraarondersteuners.
Conclusie
Uit bovenstaande opbrengsten van de regeling kunnen we concluderen dat de regeling vaak een positieve bijdrage levert in het voorkomen van personeelstekorten en de gevolgen hiervan vermindert. Door de inzet van andere professionals kan onderwijs vaker doorgang vinden en wordt voorkomen dat kinderen naar huis worden gestuurd. Daarmee kan de inzet van andere professionals voor sommige scholen zelfs noodzakelijk zijn om het lerarentekort het hoofd te bieden en om onderwijs doorgang te laten vinden. Wanneer er wordt besloten om de regeling niet te verlengen of de wet aan te passen, zou dit betekenen dat de continuïteit verder onder druk komt te staan.
Bekijk het rapport hieronder: