Het project ‘Regelluwe scholen’ is een experiment. Het Ministerie van OCW wil dan ook graag goed zicht houden op de innovaties waar de scholen mee komen en op het verloop en de opbrengsten van de innovaties.
Een consortium bestaande uit onderzoekers en onderwijsadviseurs (van Oberon, het Kohnstamm Instituut en Edventure) volgt de scholen daarom met een onderzoek waarin twee vragen centraal staan:
- In welke mate leidt het experiment regelluwe scholen tot innovaties op de deelnemende scholen?
- Hoe verlopen de innovaties op de scholen en in welke mate leiden ze tot verbetering van kwaliteit en doelmatigheid?
Deelname aan het experiment betekent voor de scholen óók deelname aan het onderzoek
Jaarlijks ontvangt elke school de oproep om de (bijgestelde) innovatieplannen en doelstellingen voor de lange en korte termijn toe te sturen aan de onderzoekers. Daarnaast komen de onderzoekers voor een diepte-interview en een of enkele groepsgesprekken over successen en knelpunten en over de rol van de regelluwe ruimte op school langs. Ook ontwikkelen de onderzoekers een ‘Toolkit’ bestaande uit (gevalideerde) meetinstrumenten. Uit die instrumenten wordt, per school, op maat een selectie gemaakt van instrumenten die geschikt zijn om de opbrengsten van de eigen innovatie in kaart te brengen.
Uiteindelijk levert het onderzoek een compleet, landelijk beeld op van alle uitgevoerde innovaties die zijn voortgekomen uit het experiment regelluwe ruimte, en de opbrengsten ervan. In mei 2018 is er een tussenrapportage uitgebracht en de eindrapportage werd in december 2020 openbaar.