Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs (voormalig cluster 3 en 4) hebben vaak op school extra ondersteuning en zorg nodig, bijvoorbeeld verpleging of persoonlijke verzorging bij een lichamelijke handicap of begeleiding bij gedragsproblemen. Maar het is onduidelijk hoe en door wie deze zorg betaald moet worden: door de school zelf, door gemeenten (Jeugdwet of Wet maatschappelijke ondersteuning), zorgkantoor (Wet Langdurige zorg) of zorgverzekeraar?
Ouders, scholen en zorgaanbieders raken gemakkelijk de weg kwijt in de grote hoeveelheid financiële potjes en regelgeving. Het gedoe over geld staat het gesprek over wat een kind nodig heeft in de weg. Ouders worden belast met het aanvragen van individuele indicaties en scholen hebben te maken met grote aantallen zorgverleners die allemaal voor één kind op school komen.
Oberon en DSP hebben in opdracht van de ministeries van OCW en VWS landelijk onderzoek gedaan naar een structurele oplossing in de vorm van collectieve financiering van Zorg in Onderwijstijd (ZiO). De uitkomsten daarvan waren in 2022 beschikbaar. De cijfers: hoeveel zorg wordt er op dit moment op scholen aangeboden tijdens onderwijstijd, welke taken en handelingen betreft dit, hoeveel geld kost dat en uit welk potje wordt het betaald? Het verhaal achter de cijfers: hoe kunnen scholen, zorgaanbieders, gemeenten, samenwerkingsverbanden en zorgkantoor in de regio samen toewerken naar collectieve financiering? Het toekomstplaatje: hoe zou een structurele en duurzame organisatie en financiering van zorg in onderwijstijd er uit moeten zien?
Er is een Factsheet voor de snelle lezer met een samenvatting van de onderzoeksresultaten. Het Schetsontwerp geeft in één oogopslag het collectieve scenario weer. In de 2 Interactieve pdf-bestanden vindt u de route terug die in de regio Hart van Brabant is gevolgd. Het Eindrapport bevat een volledige weergave van alle informatie die met het onderzoek is opgehaald en de conclusies en aanbevelingen die daar uit voortvloeien.